Zeer zeldzame loopkevers in het Azewijnse Broek

De polderdrietandglimmer (Amara strenua)

De polderdrietandglimmer is in Nederland een soort van rivieruiterwaarden. In Nederland was de polderdrietandglimmer zeer zeldzaam. Tussen 1850 tot 1954 zijn ca. 20 exemplaren waargenomen in de provincies Limburg en Gelderland. Na 1954 tot 2014 werd deze soort niet meer gevonden in Nederland. In 2015 is de soort weer gevonden in de uiterwaarden van de Rijn. Vanaf 2018 neemt het aantal waarnemingen toe, maar alleen nog in de uiterwaarden van de Rijn en Waal. Door Wim Gerritsen is de soort in 2023 waargenomen in het Azewijnse Broek. Dit is de eerste waarneming buiten de uiterwaarden. De vraag rijst waarom de soort zich nu weer kan uitbreiden. Waarschijnlijk heeft dat te maken met de herinrichting van de uiterwaarden door Rijkswaarstaat, om hoogwater perioden van de grote rivieren beter te beheersen. De polderdrietandglimmer voedt zich met zaden van enkele grassoorten. Door de herinrichting is het aantal groeiplaatsen van deze grassoorten toegenomen.

Herkenning

De polderdrietandglimmer is 6.5 – 8.5 mm lang. De sprieten van de polderdrietandglimmer hebben altijd drie lichte basaalleden. De bovenzijde heeft een vrij sterke metaalgroene glans. De halsschildvoorhoeken steken enigszins uit.

Bekijk de waarneming hier

 

2023-11 Loopkever Polderdrietandglimmer1

De roodhalspriemkever (Bembidion ruficolle)

De roodhalspriemkever werd in Nederland voor het eerst in 2012 in de Millingerwaard verzameld. De roodhalspriemkever werd aangetroffen op een zandstrandje met een zeer spaarzame begroeiing. Naderhand werd meer keer op deze plek naar de roodhalspriemkever gezocht, slechts 1 keer (2020) werd nog een exemplaar gevonden. De soort komt in Europa in de landen oostelijk van Nederland voor. Door Wim Gerritsen is de soort gevonden bij een zandstrand van een plas in de Netterdensche broek. Na verder zoeken werden meer exemplaren van deze soort waargenomen, zowel in Netterdensche broek als het Wiekense Gat. Het biotoop komt overeen met de vindplaats in de Millingerwaard. Het is een bijzondere waarneming, omdat de soort nu alleen van deze locaties bekend is. De roodhalspriemkever leeft van kleine insectenlarven die in het water langs de oeverrand van de zandplas leven.

Herkenning

De roodhalspriemkever is 3.2-3.5 mm groot. De dekschilden zijn geelachtig en kop en halsschild meer bronskleurig. Aan de hand van deze kleuren is de soort in het veld te herkennen.

Bekijk de waarneming hier
2023-11 Loopkever Roodhalspriemkever1

Tekst: Jan Muilwijk, loopkever expert en validator loopkevers bij waarneming.nl.
Foto’s: Wim Gerritsen, vrijwilliger werkgroep Flora en Fauna Azewijnse en Netterdense Broek.